Translate This Page

Nos Amis Les Animaux 85480

2, Place de la Mairie

85480 Bournezeau

Mail. nala85480@hotmail.com

www.nosamislesanimaux.com


Bournezeau, 7 maart 2018


Onderwerp: De Oostvaardersplassen


Beste Marienne Thieme, Esther Ouwehand, Femke Merel Arissen en andere leden van de Partij voor de Dieren, 


Ik schrijf jullie deze brief als lid van de partij voor de dieren, als lid van een stichting voor de bescherming van dieren in Frankrijk, als veganist en antispecist (want als je van dieren houd dan ben je er niet alleen voor het ene diersoort maar ook voor het andere), als bewonderaar en beschermer van de natuur, als wetenschapper en last but not least als gewoon mens met een hart voor dieren die als ze een dier ziet lijden het vanzelfsprekend vindt dat je dat dier wil helpen of tenminste uit zijn lijden moet verlossen. 

Wonende nu al heel wat jaren in Frankrijk, is het probleem van de dieren in de Oostvaardersplassen een beetje aan ons voorbij gegaan. Maar de film De Nieuwe Wildernis oftewel in het frans “La Nouvelle Nature Sauvage” hebben we hier natuurlijk wel zien verschijnen.  En op het eerste gezicht ziet dat er prachtig mooi uit, dient als leuke trekpleister voor de Franse toerist, maar de echte waarheid wordt toch wel een beetje verdoezeld en ondermijnd, blijkt nu.

Want wat er op dit moment in Nederland gebeurt is naar mijn mening ronduit schandalig en zeker geen promotie voor Nederland als vakantieland. Wat me vooral verbaasd heeft gedurende de laatste paar weken is het standpunt dat de Partij voor de Dieren hierin heeft ingenomen in de pers en op de sociale media. 

In een discussie op twitter maakte Esther Ouwehand me alert op een artikel geschreven door Femke Merel Arissen in de Volkskrant, met jullie standpunt over de Oostvaardersplassen en in het bijzonder over het niet willen bijvoeren van de grazers, na mijn vraag wat NU, de ECHTE oplossing is voor deze dieren. https://www.volkskrant.nl/opinie/opinie-oostvaardersplassen-zijn-speelbal-van-onverantwoordelijke-politici-en-de-dieren-zijn-het-kind-van-de-rekening~a4575888/?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=shared%20content&utm_content=free

Op zich is daar in dit artikel niet echt een antwoord op gekomen, behalve natuurlijk het normale spelletje van wie heeft wat of niet gedaan, wie is waar verantwoordelijk voor, wiens schuld is het nu dat het zover is gekomen en op wie moeten we stemmen voor de volgende (gemeenteraads)verkiezingen. Aan dit gehakketak tussen politieke partijen, hebben de dieren NU niet veel. De onderbouwing van jullie standpunt dat er niet moest worden bijgevoerd voor redenen van de gezondheid van en rangorde bij de dieren en om nog meer dieren te voorkomen, is naar mijn mening toch een beetje misplaatst. In die zin: er had al veel eerder moeten worden ingegrepen, misschien al wel 20 jaar geleden (eind jaren 90) toen bleek dat het aantal dieren zich wel erg snel uitbreidde en wel eens te groot zou kunnen worden voor de opzet en de grootte van dit gebied. 

Ik zou jullie standpunt willen uitdagen over het niet willen ingrijpen in de natuur door een gedeelte aan te halen uit het boek Zoopolis, A political Theory of Animal Rights, geschreven door Sue Donaldson en Will Kymlicka. Een revolutionair boekwerk met een vooruitziende blik op “Hoe gaan we in de toekomst met dieren om, of ze nu gedomesticeerd zijn of wild?”. En in dit boek spreekt men van " volwaardige natuurgebieden" voor zover die er nog zijn, en niet van een gecultiveerd, artificieel, afgesloten gebiedje met wat dieren onder de naam “de Oostvaardersplassen. "

Pagina 186: “Often ecological theorists have taken a harder line than AR (Animal Rights) theorists regarding the inadmissibility of human interventions in process of "nature". This is strongly motivated by fallibility concerns (i.e., humans will inevitably do more harm than good), but it is also motivated by a strain of anti-sentimentalism. According to this macho strain in ecological thought, nature's laws are harsh, and it is weakness and squeamishness to wish otherwise. Individual acts of compassion towards individual animals can't change the overall framework, so they are a futile form of sentimental sloppiness even if they don't lead to actual harm to animals or ecology. The desire to carry out such acts betrays a lack of understanding of nature, even a hatred of nature's processes (Hettinger 1994).

There are many problems with this view. For starters, it is wrong to suggest that deploring certain aspects of nature (e.g. that animals suffer) amounts to a hatred of nature per se. Second, such a view rests on an implicit and indefensible assumption about humans and their actions being outside of nature: our empathetic response (het willen helpen en voeren van de grazers) to the suffering of other species is itself a part of human nature, and is a response shared by other species as well (e.g. wild dolphins who help rescue humans). Third, it betrays callousness towards the fate of individuals. The fact that one cannot change natural processes of predation of food cycles, and hence cannot change the fate of animals on a large scale, doesn't mean that acts of caring towards individual animals are irrelevant or inconsistent. Such acts mean everything to the animal who has been fed, or rescued after falling through the ice ( het uit het ijs trekken van het paard ) . Some ecologists are led into this error because of the way they reify -even sanctify- nature's laws or (non human) ecological processes. This is very different from the theory advanced here that animal communities must be respected as sovereign and self-determining. 


Respect for wild animal sovereignty is not just letting them be. Sovereignty is critical for protecting the freedom, autonomy, and flourishing of wild animals, and in general this means that humans should be very cautious about intervening in nature. However, there are many kinds of assistance that do not compromise wild animal sovereignty. We have canvassed several - from efforts to avert natural disasters to small-scale acts of compassion and assistance - that do not undermine the sovereignty of wild animal communities. Far from being misguided or inconsistent acts of sentimentality, we would argue that those interventions are demanded by compassion (as thoughtful response to another's suffering) and justice. 

The sovereignty of wild animals helps explain why we have these two impulses:

a) to leave nature in general to its own ways (preserving the space in which animals exercise agency to determine the course of their lives, and the future of their communities without humans 'calling the shots' (NB in de Oostvaardersplassen is dit niet het geval want door het plaatsen van hekken heeft de mens juist een hele fundamentele impact op het kunnen bepalen van hun eigen leven en toekomst ) ); while

b) nevertheless responding in a time- and /or scale-limited fashion in order to reduce suffering or avert disaster (oftewel te grote kuddes op een te klein gebied/uithongering op grote schaal bij langdurige aanhoudende koude winters), having carefully considered the consequences of doing so (het verhaal van uithongerende dieren begint volgend jaar weer opnieuw zelfs zonder bijvoeren).


These impulses are not inconsistent, but rather, a reflection of a careful balancing of important values (autonomy and freedom on the one hand; the alleviation of suffering on the other) that frequently come into conflict in the wilderness where animals are not in the circumstances of justice with one another.”


De Oostvaardersplassen zijn ontwikkeld op basis van een aantal visies, nl één het terugbrengen van de oude Paleolithische kenmerken in dit nieuwe, kunstmatige, van de zee gewonnen landschap en twee de gedachtengang dat een klein aantal grazers het landschap vorm zal geven, onder andere door de ontwikkeling van struiken, nadat de gras- en moerasgebieden worden “vrij” gegeten door de grazers, gebieden die dan ook weer ruimte bieden voor een gezonde en steeds uitbreidende biodiversiteit. 

Allereerst struinde er in het Paleolitische tijdperk wolven en andere roofdieren vrij rond in de lage landen en ten tweede stelt de grondlegger Frans Vera heel duidelijk vanaf het begin vast, dat het succes van de nieuwe begroeïng/de bevordering van biodiversiteit/een gezonde leefomgeving voor de grazers, afhangt van een “beperkte groep” grazers. 

Al is het de opzet geweest niet te willen ingrijpen, omdat jullie vinden dat het hier gaat om een “natuurgebied”, denk ik toch dat gezien het feit dat er hekken omheen staan jullie geen andere keuze meer hebben. Er zal wel degelijk ingegrepen moeten worden en snel, voordat het welzijn van de dieren die daar nu (nog) leven, nog meer wordt geschonden. Jullie zeggen op jullie site dat jullie uitgangspunt altijd is dat jullie blijven strijden voor het welzijn van de dieren. Doe dat dan ook! Mensen zitten er te dicht bovenop. Ze zien te veel. Bovendien is het niet hygiënisch de vele kadavers te laten liggen. In de “echte” natuur gebeurt dat ook niet. Een kadaver is daar in een paar dagen verdwenen, omdat de natuur daar in evenwicht is. 

Een wolf introduceren in dit klein gebied is geen optie, naar ons idee. Dus moet het aantal dieren heel snel op korte termijn en op een humane wijze drastisch worden ingekrimpt. Niet door ze neer te schieten, hekken gelijk weghalen kan ook niet, dus moeten er dieren worden herplaatst/geadopteerd en de vrouwtjes moeten worden gesteriliseerd (voorlopig). 

Eind maart komt de Commissie Van Geel met een nieuw rapport over het beheer van de Oostvaardersplassen. Ik zou daarom willen vragen, als lid van jullie partij, om te overwegen de argumenten hierboven mee te willen nemen in de discussies.

Last but not least : Nasa heeft onlangs een rapport gepubliceerd (https://www.nasa.gov/feature/goddard/2018/new-study-finds-sea-level-rise-accelerating/

over de stijging van de zeespiegel. Als de stijging zich voortzet in dezelfde trend als nu, dan kunnen we een stijging verwachten van 65 cm in 2100. Hier moet denk ik bij de discussies over de Oostvaardersplassen ook rekening mee worden gehouden. Grote kans dat dan ook de Oostvaardersplassen onder water komen te liggen. Nog minder ruimte, niet alleen voor de dieren maar voor iedereen!


Conclusie: het oorspronkelijke plan van de OVP was gebaseerd op een bepaalde visie, die niet of nauwelijks op de praktijk is bijgesteld. Er zijn te veel dieren op een te kleine plek gekomen die geen kant op kunnen. Dit is geen natuur meer, dus moet je het ook niet als natuur willen behandelen. De dieren moeten snel meer ruimte en de kuddes moeten kleiner zonder geweld/en rekening houdend met het welzijn van de dieren! “Tot slot moet er een einde komen aan de bio-industrie” en daarom blijf ik, ondanks alles, stemmen voor de Partij voor de Dieren, omdat jullie de enige partij zijn, die zich echt inzet voor vermindering van vlees- en andere dierlijke produkten door de consument, om een verdere klimaatverandering tegen te gaan.


Met vriendelijke groet, 

Marit de Haan